Deze accessoires zijn ideaal voor binnen en buiten en voegen zeker kleur toe aan je buitenruimte. Je kunt ze zelfs als decoratie gebruiken! Als je op zoek bent naar een manier om je groene vingers te laten zien, dan zijn deze planten het perfecte bewijs.
- Philodendron
Deze plant groeit in de tropische wouden van Zuid-Amerika. Hij heeft de vorm van een liaan of kleine boom met luchtwortels. De gewone naam (vinca) komt van het Griekse woord dat ‘zich vastklampen aan een boom’ betekent.
Als potplant komt Philodendron in twee vormen voor – als klimplant met kleine of grote bladeren en als struik. De leerachtige bladeren zijn meestal groen of roodachtig. Grotere lianen hebben soms luchtwortels.
- Croton
Krotonbomen zijn eigenlijk heel gemakkelijk te herkennen. Ze hebben een uniek uiterlijk en een gemeenschappelijke naam. De botanische naam is Grieks en betekent ’teek’. De algemene naam verwijst naar de gelijkenis van hun zaden met spinnen. Deze bomen komen oorspronkelijk uit tropische regenwoudgebieden zoals Indonesië en kunnen overal tussen 100 en 700 meter boven zeeniveau worden gevonden.
De croton is een groenblijvende struik die in verschillende vormen, maten en kleuren kan voorkomen. Bovendien zijn ze verkrijgbaar in verschillende maten, zodat het gemakkelijk is om de juiste maat voor je huis te vinden.
- Sansevieria
Deze plant is een van de gemakkelijkste om te kweken. Hij komt voor in de droge gebieden van Zuid-Azië, waardoor hij nog steeds makkelijk te kweken is. Hij groeit meestal in grond die veel klei bevat. Sansevieria heeft hardnekkige bladeren die helpen om water uit de grond te absorberen en voedingsstoffen op te slaan. Ze zijn er ook in verschillende vormen en maten, waardoor ze een populaire keuze zijn. De bladeren van verschillende variëteiten hebben een bepaalde kleur, maar deze is niet altijd even consistent.
- Bosslera (Schaeffler)
Bosslera groeit in loofbossen in Nieuw-Zeeland, Taiwan en Australië tot 20-30 m hoog. Het is een van de populairste planten in tropische en droge gebieden ter wereld.
Hij heeft een verscheidenheid aan bladeren en groeit krachtig, alsof de bladeren op palmen lijken. Hij komt voor in vele vormen, waarvan sommige tot de soort Schefflera arboricola behoren. Onder natuurlijke omstandigheden kan hij uitgroeien tot een echte boom. Hij wordt gekenmerkt door zijn open palmvormige bladeren.
- Epiremnum (Sindapus)
De plantenfamilie die bekend staat als ‘doorns’ komt veel voor in de tropische regenwouden van Zuidoost-Azië en Indonesië. In deze regenwouden is het een bron van voedsel en een bron van ‘geluk’.
Epipremnum kan worden gekweekt als herfstplant of als klimplant. Hij heeft prachtige groene bladeren met een onregelmatige gele verkleuring. Let bij het kweken goed op en controleer regelmatig de kleur van de bladeren, want dit is een indicator voor de blootstelling aan zonlicht – als er meer chlorofyl is, zijn de bladeren goudkleurig.
Wat moet je weten voordat je ze koopt?
- Richt de planten op natuurlijk licht voor beter zonlicht. Let op hoeveel water je planten nodig hebben en onthoud dat bruine plekken vaak een teken zijn van een lage luchtvochtigheid.
- Zorg ervoor dat je planten vrij zijn van ongedierte en er gezond uitzien. Schubben en wolluizen kunnen rotting of bruine bladeren veroorzaken.
- Klimplanten hebben ondersteuning nodig om hun wortels in vochtige, vruchtbare grond te houden. Een stok of staak kan ze helpen om in de zon te komen of om hun gewicht te behouden.
- De meeste planten zijn gevoelig voor temperaturen lager dan 12-15°C. Daarom moeten ze voorzichtig vervoerd worden en altijd op een koele en vochtige plaats bewaard worden.
Teelt en verzorging
- Soms moeten Philodendron, Bosslera en Epipremnum aan de zon worden blootgesteld, maar eerst moeten ze in de schaduw staan. Crotons en Sansevieria hebben al voldoende zonlicht nodig om goed buiten te groeien.
- Zorg ervoor dat de plantengrond nooit uitdroogt en goed bewaterd wordt. Zorg ervoor dat de watertemperatuur op kamertemperatuur is.
- Verzorging: lelijke, vergeelde bladeren verwijderen
- Snoeien: de plant (met uitzondering van sansevieria) kan gesnoeid worden als hij te groot wordt of er niet goed uitziet, bij voorkeur in de donkere maanden. Het is ook een goed idee om de bloemen één keer per maand te bemesten.