Stimulus – in de psychologie is een stimulus volgens Thorndike’s klassieke leertheorie elke externe of interne gebeurtenis die een organisme doet reageren.
Wat is een stimulus precies? Definitie van de term
Een stimulus is iets dat een leerling doet reageren tijdens het leren. Het kan een geluid, een beeld, een geur of een aanraking zijn. Alles wat in de omgeving van de leerling gebeurt, kan een stimulus zijn. Onderzoekers geloven dat stimuli belangrijk zijn omdat ze leerlingen helpen zich te concentreren en te begrijpen wat er aan hen wordt overgebracht.
Soorten stimuli
Een stimulus kan positief of negatief zijn. Een positieve stimulus is een stimulus die ervoor zorgt dat het organisme wil leren (bijvoorbeeld een beloning, lof). Een negatieve stimulus is een stimulus die ervoor zorgt dat het organisme wil leren, maar die het moeilijk maakt voor het organisme om te leren (bijv. straf, afwijzing).
Een stimulus kan ook stimulerend of remmend zijn. Een stimulus is een stimulus die ervoor zorgt dat het organisme wil leren (bijv. beloning, lof). Een remmende stimulus is een stimulus die ervoor zorgt dat het organisme niet wil leren (bijv. straf, afwijzing).
Een stimulus kan ook een specifieke of algemene stimulus zijn. Een specifieke stimulus is een stimulus die betrekking heeft op een specifiek gedrag (bijvoorbeeld lof voor goed werk). Een algemene stimulus is er een die veel verschillende gedragingen kan beïnvloeden (bv. straf voor slecht gedrag).
Voorwaardelijke stimuli
Geconditioneerde stimuli zijn stimuli die het gedrag van een persoon beïnvloeden als gevolg van leren. Ze kunnen worden onderverdeeld in twee hoofdcategorieën: positieve en negatieve stimuli. Positieve stimuli zijn stimuli die leiden tot gewenst gedrag, terwijl negatieve stimuli leiden tot ongewenst gedrag.
Geconditioneerde prikkels zijn heel belangrijk in het menselijk leven omdat ze het mogelijk maken om nieuwe vaardigheden en gedragingen aan te leren. Dankzij hen zijn we in staat om te leren en nieuwe informatie te assimileren. Zonder geconditioneerde prikkels zou het leven erg moeilijk zijn en zouden mensen zich niet kunnen ontwikkelen.
Geconditioneerde prikkels zijn ook heel belangrijk in een gedragscontext. Dit komt omdat ze beïnvloeden hoe we ons gedragen. Ze stellen ons in staat om nieuw gedrag en gewoontes aan te leren. Geconditioneerde stimuli zijn daarom erg belangrijk in het menselijk leven en het onthouden waard.
Ongeconditioneerde prikkels
Ongeconditioneerde prikkels zijn signalen die geen enkele vorm van leren vereisen om effectief te zijn. Ze zijn aangeboren en werken automatisch. Het beste voorbeeld is de zuigreflex – je hoeft het niet te leren om het uit te voeren. Andere voorbeelden zijn de hoest- en niesreflex.
Ongeconditioneerde prikkels zijn nuttig omdat ze ons in staat stellen te reageren in situaties waarin we ons niet kunnen concentreren en niet rationeel kunnen denken. Als we bijvoorbeeld moeten niezen, hoeven we niet na te denken over of we hoesten of niet – de reflex werkt automatisch.
Ongeconditioneerde stimuli kunnen ook nuttig zijn in situaties waarin we snel en effectief moeten reageren. Als we ons bijvoorbeeld in een noodsituatie bevinden, kan de vecht- of vluchtreflex ons helpen om te overleven.
Ongeconditioneerde prikkels kunnen ook schadelijk zijn. Wanneer we ons bijvoorbeeld in een stressvolle situatie bevinden, kunnen we zogenaamde stressreflexen ervaren, zoals een versnelde hartslag, zweten en angst. Deze reflexen kunnen het ons moeilijk maken om ons te concentreren en de situatie juist in te schatten.
Samengevat zijn ongeconditioneerde prikkels signalen die geen enkele vorm van leren nodig hebben om effectief te zijn. Ze zijn aangeboren en werken automatisch. Ongeconditioneerde prikkels kunnen nuttig of schadelijk zijn, afhankelijk van de situatie.